(Nieuwsbericht Rijkswaterstaat/De Nieuwe Afsluitdijk:) Den Oever, 5 december 2022 - Wanneer het waterpeil op de Waddenzee te hoog is en de golven op de Afsluitdijk slaan, gaat straks de nieuwe keersluis bij Den Oever dicht om de schutsluis en het achterland te beschermen. De bouw van de keersluis bij Den Oever is bijna gereed: de deuren zijn ingehangen en de technische installaties en besturing aangebracht. Voordat de keersluis echt gebruikt kan worden, vinden er verschillende testen plaats.
Tijdens het testen van de keersluis moeten de nieuwe deuren een aantal keer geopend en gesloten worden. De Stevinsluis is op deze momenten gestremd voor alle scheepvaart. ‘Om de hinder zo veel mogelijk te beperken, testen we alleen ’s nachts, tussen 22.00 en 06.00 uur, bij laagwater’, vertelt Jan der Veen, nautisch adviseur bij Rijkswaterstaat. ‘Dan gaan de minste schepen door de Stevinsluis. Daarnaast hebben we tijdens de onderhoudsafsluiting van de Stevinsluis in september veel testen uitgevoerd. Toen was de vaarweg toch al gestremd.’
‘We testen nu eerst alleen de keerdeuren’, vertelt Menno Moerman, projectmanager staal en werktuigbouwkunde bij bouwconsortium Levvel (BAM, Van Oord, Rebel en Invesis). ‘Om te beginnen op locatie, daarna vanuit de bedienruimte van waaruit ze straks ook bediend worden. Ook de aanvaarbeveiliging, een balk aan de buitenkant van de keersluis die voorkomt dat schepen tegen de deuren aanvaren, wordt afzonderlijk getest. Daarnaast doen we allerlei veiligheidstesten, waaronder de noodstop, sensoren en snelheid van het sluiten van de keerdeuren.’
‘Na deze individuele testen moeten alle systemen samen getest worden’, gaat Van der Veen verder. ‘De keerdeuren en aanvaarbeveiliging moeten tegelijk sluiten en weer openen. Dat moet goed op elkaar afgestemd zijn.’ Als allerlaatste testen Rijkswaterstaat en Levvel de keersluis, inclusief aanvaarbeveiliging, en schutsluis samen.
Voordat Levvel begon met de bouw van de keersluis is een uitgebreid testprogramma opgesteld. Gedurende het hele productieproces is ieder onderdeel apart getest, van fabriek tot locatie. ‘De testen die we nu uitvoeren, vormen hier het slotstuk van’, aldus Moerman. ‘Ik vergelijk het altijd met een auto. Stel: je test in een fabriek alle losse motoronderdelen. Doorstaan ze de test, dan zet je de motor in elkaar en sluit je hem aan op testsoftware. Zo kun je in de fabriek controleren of de motor het doet. Daarna ga je de motor inbouwen in de auto en testen of de auto wil rijden. In die laatste fase – testen of de auto wil rijden – zitten we nu. Rijdt de auto – of in dit geval: de keersluis – niet, dan weet je dat het probleem niet in de motor zit, want die heb je al helemaal gecontroleerd. Doordat je ieder onderdeel apart test, weet je waar het niet goed gaat. En kun je eventuele problemen makkelijker oplossen.’
Klik hier voor het originele nieuwsbericht.