Utrecht / Varsseveld, 22 april 2013 - Dit weekend zijn in opdracht van Rijkswaterstaat door BAM Wegen op de A18 nabij Varsseveld twee innovatieve typen zoab aangelegd. Bij het eerste proefvak is Laag Energie AsfaltBeton-PA+ (LEAB-PA+) aangelegd dat bij een lagere temperatuur wordt geproduceerd. Doel hiervan is om zonder kwaliteitsverlies bij de asfaltproductie minimaal 30% minder energie te verbruiken en CO2 uit te stoten. Op het tweede proefvak is zoab aangelegd waaraan acrylvezels zijn toegevoegd. Hiervan is het doel om de levensduur van het zoab te verlengen. Een langere levensduur levert minder verkeershinder als gevolg van onderhoudswerkzaamheden op.
Doelstellingen acrylvezels
Rijkswaterstaat en BAM Wegen verwachten dat de levensduur van zoab mogelijk met enkele jaren kan worden verlengd door acrylvezels bij de productie toe te voegen. Acrylvezels in het zoab moeten erosie van het bitumen tussen de steentjes tegengaan of vertragen.
Doelstellingen LEAB-PA+
LEAB-PA+ wordt bij een temperatuur van 100ºC geproduceerd in plaats van 165ºC waarmee een energie- en CO2-reductie van 30% tot 40% wordt behaald. BAM Wegen heeft al goede ervaringen met LEAB als onder- en tussenlaag.
Samenwerking Rijkswaterstaat en BAM
Rijkswaterstaat werkt in dit innovatieproject samen met BAM Wegen. In 2010 is voor het eerst een proefvak aangelegd, waarbij LEAB-PA+ werd aangebracht op de provinciale weg N314 bij Zutphen. Op basis van de goede ervaringen is in samenwerking met Rijkswaterstaat nu een rijbaanbreed proefvak met dit type zoab aangebracht op een autosnelweg.
Monitoring
In het verlengde van de beide proefvakken is regulier zoab aangebracht. Dit wordt gebruikt als referentie. Door vergelijkend onderzoek en het langjarig monitoren van de proefvakken, wordt onderzocht of de innovatieve typen zoab gelijkwaardig of beter presteren dan het reguliere zoab.
Innovatie Test Centrum
Dit innovatieproject wordt uitgevoerd in het kader van het Innovatie Test Centrum (ITC) van Rijkswaterstaat. Ondernemers kunnen bij het ITC terecht voor hulp bij het testen van (de marktkans van) innovaties binnen de grond-, weg- en waterbouwsector. Gezamenlijk wordt de kwaliteit en prijs-prestatieverhouding van het innovatieve idee in kaart gebracht en wordt het product beter afgestemd op de eisen en wensen van de klant. De aannemer en Rijkswaterstaat delen de kosten van het validatieonderzoek. De uiteindelijke resultaten worden vastgelegd in een validatiedocument dat de ondernemer kan gebruiken om zijn product aan te prijzen in de markt.
Nadere informatie: