De raad van bestuur van Koninklijke BAM Groep nv heeft op hoofdlijnen kennisgenomen van de bevindingen van de Parlementaire Enquêtecommissie Bouwnijverheid.
Koninklijke BAM Groep onderschrijft de belangrijkste aanbevelingen van de commissie van harte. Het betreft in het bijzonder het pleidooi voor 'Nieuwe Zakelijkheid' (zakelijke verhoudingen, transparantie, professionaliteit, realiteitszin en vertrouwen) met betrekking tot de relatie tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers in de Nederlandse bouwmarkt.
Deze benadering komt ook tot uitdrukking in de aanbeveling van de commissie om bij complexe en innovatieve projecten vaker het criterium 'economisch meest voordelige aanbieding' te hanteren, alsmede in de aanbevelingen om aandacht te hebben voor de kosten van inschrijving en terughoudendheid te betrachten bij het toedelen van de risico's aan de aannemer. Ook acht Koninklijke BAM Groep het zeer waardevol dat de commissie pleit voor één aanspreekpunt bij de overheid dat structureel en gecoördineerd aandacht geeft aan het bouwbeleid.
Koninklijke BAM Groep betreurt het, dat de commissie van mening is dat het systeem van werkverdeling – gericht op de continuïteit in de werkvoorraad – heeft geleid tot prijsopdrijving en daarmee tot benadeling van opdrachtgevers. Koninklijke BAM Groep bestrijdt deze zienswijze en herkent evenmin het – in dit kader – door de commissie genoemde percentage van 8,8% van de aanneemsom. Ten aanzien van dit punt wekt de commissie de indruk onvoldoende inzicht te hebben in de wijze waarop prijsvorming van bouwprojecten tot stand komt.
Koninklijke BAM Groep onderschrijft ten volle de opvatting van de enquêtecommissie dat herstel van vertrouwen en hernieuwd wederzijds vertrouwen noodzakelijk zijn in de verhouding tussen overheid en bedrijfsleven.
Nadere informatie: drs. A.C. Pronk, telefoon 070 3722121.