In 180 dagen de ruim 100 jaar oude staalconstructie onder de sporen aan de IJ-kant op station Amsterdam Centraal renoveren? Het leek onmogelijk. Op een druk knooppunt waar de treinen blijven rijden en de reizigers blijven stromen. Met de grote tijdsdruk van een buitendienststelling én de verrassingen die horen bij renovatiewerk. Toch kregen ProRail en BAM Infra Nederland het samen voor elkaar. Een kwestie van goed organiseren, slim plannen en vooral: stevig samenwerken en snel beslissen.
Na 100 jaar was de staalconstructie onder de sporen 14 en 15 en perrons 5 en 6, het IJ-viaduct, op station Amsterdam Centraal toe aan een grondige renovatie. Deze was gegoten in beton, waardoor van tevoren niet goed te beoordelen was hoe de constructie er precies aan toe was. ‘Vooraf was maar zo’n 20 procent van de mogelijke werkzaamheden bekend’, vertelt Esther Versteegh, bouwmanager bij ProRail. ‘De echte staat van het viaduct werd pas zichtbaar na verwijdering van het beton en metselwerk. Goed samenwerken was nodig om die grote onzekerheid en verrassingen te beheersen.’ Zeker gezien de extreme tijdsdruk van de buitendienststelling, waardoor sporen tijdelijk niet konden worden gebruikt, en er eigenlijk geen ruimte was voor vertraging. De treinen moesten immers weer zo snel mogelijk over deze sporen rijden.
Om voorbereid te zijn, nam ProRail stelposten in de projectbegroting op en hield extra staal op voorraad. ‘We moesten direct kunnen handelen bij onverwachte situaties’, legt Esther uit. Uiteindelijk bleek dat vervanging van de stalen binten, de dragende balken van de constructie, niet nodig was, maar dat ze wel duizenden scheurtjes bevatten. ‘Met elkaar moesten we in korte tijd nieuwe berekeningen maken, oplossingen bedenken en beslissingen nemen.’ Twan Willems, uitvoerder bij BAM Infra Nederland, vult aan: ‘Berekeningen en onderzoeken toonden aan dat de binten na reparatie weer sterk genoeg zouden zijn. Onze partner SealteQ heeft alle beschadigingen hersteld, zodat er geen staalvermoeiing optreedt.’
Er waren nog meer verrassingen. ‘Na overleg met de Omgevingsdienst van Amsterdam hebben we besloten om minimaal 30 procent van het monumentale metselwerk van de perronwand opnieuw te gebruiken’, vervolgt Esther. ‘Vlak voordat BAM begon, bleken alle stenen toch onbruikbaar te zijn. Snel beslissen over complete vernieuwing was nodig, zodat BAM de stenen op tijd in oude stijl kon laten maken. Ook de voegen aan de perronuiteinden waren er slechter aan toe dan verwacht. We hadden elkaar steeds nodig om door te kunnen en dat werkte goed.’
Twan benadrukt hoe dynamisch het proces was: ‘Voordat je sloopt, weet je niet wat je aantreft. Zodra we de volledige omvang van onze werkzaamheden in beeld hadden, konden we een planning maken die flexibel genoeg was om aan te passen bij onverwachte situaties en om het project op koers te houden. Daarom organiseerden we wekelijks zogenoemde LEAN-sessies met het team en onze partners. Dat zijn praktische overleggen waarin je samen kijkt hoe je het werk slim en efficiënt kunt inrichten. Dankzij deze aanpak en het lef om snel keuzes te maken, bleven we wendbaar en konden we het project binnen de strakke deadline realiseren.’
De uitdaging zat echter ook in de logistiek, want hoe voer je 200 m3 beton aan terwijl de ruimte beperkt is? ‘We kwamen op het idee om een werkweg over spoor 15 te maken vanaf onze materialenhub nabij De Driehoek aan het einde van perron 6: bouwdoek over het spoor, zand erop en rijplaten eroverheen’, zegt Twan. ‘Het leek vooraf onhaalbaar, maar het was dé manier om de aan- en afvoer van materialen goed in te regelen.’ Esther: ‘Het lijkt eenvoudig, maar een stukje extra spoor buiten dienst nemen voor de bouw van een werkweg is niet zomaar wat. Seinen, wissels, assentellers en dergelijke moeten worden beschermd om schade te voorkomen. Samen hebben we de transportroute voor elkaar gekregen.’
Esther Versteegh, bouwmanager bij ProRail
BAM renoveerde de dragende constructie en bracht daarna nieuw beton aan: het duurzamere GROENR-beton met 20 procent minder CO2-uitstoot dan traditionele mengsels. Verder herstelde het team de perronwanden en verhoogde de perrons. De natuurstenen perronranden en de stalen perronplaten zijn vrijwel allemaal hergebruikt.
De overlast werd beperkt door vanaf de bovenzijde te werken en steigers met daaromheen een houten beschermingsconstructie in te zetten die de voetgangerstunnels, logistieke gangen en magazijnen onder het viaduct bereikbaar en veilig hield. Door elektrisch materieel, zoals verreikers en shovels, in te zetten, werden emissies én stank voorkomen. Na 180 dagen en een paar dagen buffertijd is de uitdagende klus geklaard. Het IJ-viaduct kan weer 50 jaar mee en draagt bij aan de grootschalige verbetering en capaciteitsvergroting van station Amsterdam Centraal.
‘Ik vond het heel bijzonder om aan dit project te werken: een 100 jaar oude constructie, in hartje Amsterdam, met rijdende treinen en 200.000 reizigers per dag’, zegt Twan.’ Zo’n uitdagende renovatie, met grote tijdsdruk en onverwachte situaties, vraagt om goede voorbereidingen en de flexibiliteit om te snel te kunnen schakelen. Onze kennis en kunde nemen we mee naar volgende projecten in de grote vernieuwingsopgave in ons land. Mijn leerervaring is om opdrachtgevers en stakeholders zo vroeg mogelijk te informeren over de staat van het object. Dan ontstaan korte lijnen voor snelle beslissingen en snel bepaalde werkmethodieken om de werkzaamheden eerder in te plannen. Dat lukt alleen door goed samen te werken. Als je zo’n complex project samen voor elkaar krijgt, komt er aan het einde veel energie vrij. We hebben onze gezamenlijke prestatie mooi gevierd, in de buiten dienst gestelde spoorbak, met een grote taart.’
‘De samenwerking was echt fijn, dat heeft dit werk tot een succes gemaakt’, bevestigt Esther enthousiast. ‘De snelheid van handelen zat er aan twee kanten goed in. Ik ben super trots op wat we samen hebben bereikt. Het was hard werken, maar ik kijk er met plezier op terug. Het is een bijzonder project dat niet snel ergens anders herhaald zal worden. Wat we meenemen naar volgende renovatieprojecten is dat stelposten en voldoende capaciteit, ook aan onze kant, cruciaal zijn. En vooral: zoek de samenwerking op!’