(Nieuwsbericht BuildingSMART:) Delft, 12 april 2016 - Veertien partijen uit de bouw hebben op uitnodiging van BuildingSMART basisafspraken gemaakt over de levering van informatie en de structuur van informatiemodellen, gebaseerd op praktijkervaringen. Door dezelfde taal te spreken, kan de Nederlandse bouwsector namelijk snel BIM laten renderen. Het doel van deze breed gedragen basisafspraken is dan ook: consistente en betrouwbare informatie op een efficiënte en effectieve wijze uitwisselen in de keten. Geen nieuw initiatief, maar een collectieve onderstreping van bestaande afspraken. De initiatiefnemers nodigen alle partijen in de Nederlandse bouwsector uit om zich aan te sluiten.
Het effectiever uitwisselen van informatie is nodig om de gefragmenteerde bouwsector efficiënter te maken en verspillende taken uit te bannen. Iedere opdrachtgever, iedere opdrachtnemer en elk project heeft nu vaak eigen, specifieke afspraken over hoe te communiceren met informatiemodellen. In de afspraken die nu gemaakt zijn, is de basis al afgestemd, wat processen direct aanzienlijk vereenvoudigt.
Door met veertien partijen kennis en ervaringen uit de praktijk vast te leggen in een structuur waar alle partijen het over eens zijn, zetten de initiatiefnemers een eerste stap. De basisafspraken dragen eraan bij dat iedere betrokken partij altijd informatie op een eenduidige manier kan vinden en aanleveren, waarmee de uitgewisselde modellen direct bruikbaar worden voor een ander.
De groep initiatiefnemers bestaat uit: BuildingSMART, Dura Vermeer, VolkerWessels, De Nijs, Heijmans, KlokGroep, Hurks, Waal, Trebbe, J.P. van Eesteren, TBI, Van Wijnen, Hendriks Bouw en Ontwikkeling, Smit’s Bouwbedrijf en BAM. Zij benadrukken dat zij niets nieuws hebben ontwikkeld, maar juist gebruik maken van wat er al is. Er zijn afspraken gemaakt over het uitwisselformaat, de te hanteren basisstructuur en over het borgen van objectinformatie (zie afbeelding). Nu is het tijd om alle krachten te verenigen. Iedereen die betrokken is bij de bouwsector wordt daarom uitgenodigd kennis en ervaring toe te voegen aan de basisafspraken, om op die manier gezamenlijk de volgende stappen te zetten.
De basisafspraken markeren een historisch moment, ongekend sinds de introductie van de NEN2574 norm uit 1993. De behoefte aan structuur werd al 23 jaar geleden aangestipt bij de introductie van die norm: ‘Er zijn geen landelijk en breed gedragen afspraken meer gemaakt over de indeling van gegevens op tekeningen voor gebouwen.’ Hoewel in 1993 dus al werd voorspeld dat de informatisering zijn beslag moet krijgen, is dit nooit concreet en in overeenstemming aangepakt. Tot nu, met de BIM basis informatieleveringsspecificatie.
Het komt nog te vaak voor dat opdrachtgevers en opdrachtnemers met verschillende soorten informatie werken. Door goede afspraken te maken over wat we met zijn allen onder bepaalde informatie verstaan en hoe we die op de beste manier kunnen uitwisselen, wordt de samenwerking efficiënter. In tijd, én in kosten. Hiermee wordt namelijk voorkomen dat door de opdrachtgever aangeleverde informatie eerst moeten worden omgezet naar een voor de opdrachtnemer bruikbare variant. Dezelfde taal spreken begint daarom al aan de voorkant.
De groep aannemers die dit initiatief nu omarmt, vormt slechts het begin. Het is een gegeven dat ook andere aannemers en bouwbedrijven tegen dezelfde zaken aanlopen. Hoe meer partijen zich aansluiten en bereid zijn mee te denken over de vervolgstappen, hoe eerder een aantal breed gedeelde frustraties tot het verleden behoren. Dat is dan ook het doel van de basisafspraken waar deze partijen nu hun handtekening onder hebben gezet.
Ook voor onderaannemers en leveranciers wordt informatiebeheer met deze basisafspraken een stuk overzichtelijker. Dit voordeel wordt groter naarmate er steeds meer opdrachtgevers en bouwbedrijven op dezelfde manier en in dezelfde structuur werken. Als onderaannemer of leverancier verlies je geen kostbare tijd meer met uitzoeken wat er wordt bedoeld en heb je sneller en beter zicht op de concrete vraag. Het loont dus veel meer om je digitale productcatalogus hierop in te richten. Hoe eerder je als onderaannemer of leverancier aansluit bij deze manier van werken, hoe eerder BIM in de keten rendeert.
De overheid heeft een voorbeeldfunctie en kan de toon zetten. Tenslotte worden zij nauwlettend beoordeeld op het goed besteden van gemeenschapsgeld. De RVB-norm heeft eerder al als een katalysator gewerkt. Ook op het gebied van de basisafspraken kan de overheid sterk sturen op een bouwsector die een en dezelfde taal spreekt. Zodat verspillende taken en de onnodige kosten die daaruit voortvloeien tot het verleden gaan behoren.
Ook het onderwijs heeft een belangrijke rol in effectievere informatie-uitwisseling in de bouw. Studenten van bouwkundige en aan de bouwsector verwante opleidingen zouden optimaal werken met BIM met de paplepel ingegoten moeten krijgen. Bovendien liggen er voor opleidingen mooie kansen voor onderzoek, verdieping en experiment. De basisafspraken die nu worden gepresenteerd, vormen ook voor het onderwijs de opmaat naar een nieuwe realiteit. Voor opleidingen en studenten een uitgelezen kans om inhoudelijk verder te onderzoeken dan tot op heden gebeurd is. Opleidingen en studenten kunnen kennis toevoegen en de volgende stappen in deze ontwikkeling mede vorm te geven.
IFC is in zekere zin vergelijkbaar met hoe een pdf-bestand wordt gebruikt. Iedereen kan vanuit zijn eigen software pakket (bijvoorbeeld Word, Excel, PowerPoint, Pages, Numbers of Keynote) een pdf maken. Dat bestand is voor iedereen direct leesbaar, maar valt niet zomaar te veranderen door de ontvanger. IFC is net als pdf een open standaard en wordt internationaal toegepast. Daarom is IFC als basis gebruikt voor de BIM basis informatieleveringsspecificatie