Waar eens de Zuiderzee was, verrijst een futuristisch pand. Het bouwen van een in het oog springend gebouw als het Mode Centrum Almere, vraagt om een minder traditionele bouwmethode. Het centrum wordt een markant gebouw. Met als absolute blikvanger de Dome: een champignonvormig onderkomen met een totale oppervlakte van maar liefst 16.000 m². Een paar prefab-elementen neerzetten is er niet bij. HBG maakt gebruik van de liftslabmethode.
Cees Mulder, projectleider bij HBG Utiliteitsbouw, regio Utrecht, was bekend met deze bouwmethode. 'Deze techniek werd tot de jaren tachtig jaren incidenteel toegepast, maar is eigenlijk een beetje in de vergetelheid geraakt. In de Verenigde Staten wordt deze wel op grotere schaal toegepast.' Toen Mulder hoorde dat TCN een gebouw wilde met weinig kolommen, zodat er makkelijk showrooms kunnen worden gerealiseerd, dacht hij vrijwel meteen aan de liftslab-techniek, die zich bovendien uitstekend leent voor ronde gebouwen. Mulder: 'Het is een snelle manier van bouwen die redelijk goedkoop is. Bijkomend voordeel is dat er minder bouwvakkers nodig zijn dan voor de gangbare bouw.'
De liftslabmethode houdt in dat de verdiepingsvloeren boven op elkaar worden gestort, slechts gescheiden door een dunne kunststof folie. Een enkele verdiepingsvloer de Dome heeft ongeveer 800 m3 beton nodig en weegt 2.000 ton. De grootste vloeren hebben een doorsnede van 62 meter en de kleinere van 56 meter. Langs de kolommen worden de verdiepingen één voor één hydraulisch omhoog getrokken. In de vloeren zijn ophangkragen ingestort, waaraan het liftmechanisme wordt gekoppeld. Per kolom worden twee liftsets gemonteerd. Met een snelheid van 25 millimeter per uur wordt de vloer naar het definitieve punt getild.
Een uitgebreide versie van dit artikel is eerder verschenen in de bijlage Overmorgen van de Telegraaf.